Kinderboeken: voorlezen en plaatjes kijken
Het voorlezen van prentenboeken aan de allerkleinsten is niet alleen leuk, maar ook erg leerzaam. Het kleine hummeltje zal er niet alleen plezier aan beleven, de band zal verstevigen èn zijn woordenschat gaat met sprongen vooruit. Geen slecht begin om zo op school te beginnen. En er zijn zo ontzettend veel leuke prentenboeken om uit te kiezen, allemaal met kleine teksten, lieve verhaaltjes en schattige tekeningen en plaatjes. Een waar voorleesfeest!
Voorlezen aan baby’s, peuters en kleuters
Voorlezen biedt ontzettend veel voordelen voor het kindje. Allereerst is het goed voor zijn taalontwikkeling. Als je het kindje voorleest, en dit ook regelmatig doet, heeft hij met 4 jaar, al een woordenschat van zo’n 3500 woorden. Kinderen die niet worden voorgelezen, beginnen met een kennis van ongeveer 1500 woorden. Daarbij leren ze zo jong als ze zijn zelfs al zinsopbouw.
Wat bij voorlezen ook belangrijk is, is dat het kindje leert luisteren en leert zich te concentreren. Daarnaast stimuleert het zijn eigen fantasie en leert hij de wereld een beetje beter kennen. Het kan bijvoorbeeld helpen om bepaalde onderwerpen al voorlezend te bespreken en uit te leggen.
Niet te vergeten voorlezen geeft het kinderen natuurlijk vooral veel plezier. Ze krijgen even de volledige aandacht, voelen zich veilig en geborgen.
Meestal beginnen ouders wat later met voorlezen, tenslotte wat zal een baby’tje nu al kunnen begrijpen? Toch kun je met een baby van 3 of 4 maanden best al een begin maken. Met een baby kun je plaatjes kijken en vast benoemen waar jullie naar kijken. Kies dan voor boekjes met duidelijke plaatjes en bekijk het samen ook niet langer dan een paar minuutjes. Dit kunnen bijvoorbeeld knuffelboekjes, bad- of kartonboekjes zijn.
Met een maand of 9 kun je simpele verhaaltjes voorlezen, alles wat rijmt is hierbij favoriet. Hoe ouder hoe ‘moeilijker’ de verhaaltjes kunnen worden. Maar wel het liefst nog steeds met plaatjes. Die blijven nog heel belangrijk bij het voorlezen. Vanaf 5 jaar kunnen de verhalen langer worden. Vanaf dan begint ook het echte samen praten over het verhaal dat voorgelezen wordt.
Bovenal, niet meteen stoppen als het kindje zelf begint te leren lezen. Voorlezen blijft een mooi moment samen.
Tips hoe voor te lezen
Een moment van rust en aandacht
Je kunt een vast moment op de dag kiezen om voor te lezen. Op deze manier creëer je regelmaat en rust. Vaak is het voor het slapen gaan, maar je kunt ieder moment van de dag uitkiezen om een kindje voor te lezen. Als je er maar een rustig moment voor uitkiest. Dat gezegd hebbende, soms kan het ook een fijne afleiding zijn op juist spannende momenten en plaatsen, zoals in de wachtkamer van de dokter.
Korte verhaaltjes vaak herhaald
Hoe jonger het kind, hoe korter het verhaaltje. Je merkt snel genoeg wanneer de aandacht wegvalt.
Kies dan voor een kort boek, dan kan het in een keer uitgelezen worden. Wil het kindje dan toch nog één verhaaltje horen, kun je nog een kort verhaaltje kiezen. Dit kunnen verhaaltjes zijn die ze al heel vaak hebben gehoord. Voor een kindje is het hoe vaker hoe leuker. Het is voor hen fijn te weten wat er gaat gebeuren. Ze leren op deze manier ook het verhaal beter begrijpen en leren voorspellen hoe het verhaal zal verlopen.
Interactief voorlezen
Kinderen horen het verhaal en zien de plaatjes. Ze hebben vragen en opmerkingen. Praten over het verhaal dat jullie samen lezen is heel fijn. Je kunt zelf ook vragen stellen tijdens het lezen. Vragen naar de plaatjes in het boek, of het kindje zelf ooit zoiets zelf heeft gezien etc. Aan het eind van het verhaal
kun je daarna ook nog even stil staan bij wat jullie net hebben gelezen en gezien. Neem de tijd ook om tot het einde van het verhaal te komen, zodat het kindje door heeft dat het verhaaltje bijna afgelopen is.
Het begin is het halve werk
Kies een boek dat je zelf ook leuk vindt. Het klinkt cliché, maar iets voorlezen wat je zelf tegenstaat, brengt zelden veel enthousiasme mee. Het kan daarbij ook leuk zijn om samen een boek uit te kiezen. Plaats wat boeken bijvoorbeeld op kinderhoogte op een boekenplank waaruit kan worden gekozen. Je kunt dan al voor je begint met lezen er over praten. Kijk naar de kaft en vraag het kindje wat hij ziet, bedenk samen waar jullie denken dat het boek over zal gaan. En dan de eerste zin…
De eerste zin zet de toon. Maak ‘m spannend, want nu gaat er tenslotte iets gebeuren. Iets wat we niet willen missen.
Je kunt voorlezen met stemmetjes om het nog leuker te maken voor een kind. Tegelijkertijd kan dit ook best moeilijk en lastig vol te houden zijn. Bedenk dan dat je met intonatie ook veel kunt bereiken. Je kunt: zacht spreken, luid, hoog, laag, snel en langzaam. En laat zien wat je leest. Hoe is je gezicht? Je kunt door middel van je ogen laten zien wat je leest, lees je over verbazing, verwarring, boosheid, je ogen kunnen het allemaal laten zien. En kijk naar het kindje. Vindt het kind het net te eng worden, misschien helpt een grapje tussendoor, of zelfs een stukje overslaan. Geniet het kind juist van de spanning, dan kun je met je toon het verhaal misschien wel nog spannender maken.
Verschillende populaire prentenboeken
Er zijn zoveel prentenboeken om uit te kiezen, met de meest vrolijke, schattige plaatjes en kleine verhaaltjes. Verhaaltjes over een hondje, twee hondjes, een kat, een konijntje en ga zo maar door.
Je kunt worden voorgelezen op tv bij Sesamstraat over een lieve oranje kater, Dikkie Dik, of alles voorlezen over de avonturen van de mooiste vis in die grote blauwe onbekende zee. Het kunnen prenten en verhaaltjes zijn die uit het buitenland komen, zoals Gonnie het gansje, Rupsje Nooitgenoeg, maar ook uit Nederland zelf komen pareltjes van prentenboeken, zoals Woezel en Pip en natuurlijk het allerbekendste prentenboekje van Hollandse bodem: Nijntje Pluis.
In deze special wordt verder verwezen naar een aantal van deze prentenboeken speciaal voor baby’s, dreumessen, peuters en kleuters, voor de allerkleinsten dus.